Inteelt?!
Geplaatst: 29-02-2012 19:49
Op het labradorforum las ik het volgende maar vind dit ook zeer van toepassing in de kattenwereld dus heb ik het enigszins aangepast en wil het hier plaatsen omdat er in de kattenwereld ook vaak hoge inteeltpercentages te vinden zijn zeker bij ons ras: De Sibeer.
Lijnteelt of afgezwakte inteelt is nou juist één van de grote boosdoeners bij de slechte gezondheid van rashonden/katten. Door veel te dubbelen op een voorouder, verklein je steeds maar weer de genetische variatie in je ras. Als vader en moeder familie van elkaar zijn, hebben ze immers voor een deel dezelfde genen. Die komen dubbel in de pups terecht. De pups zijn dus homozygoot voor die genen. Zo verlies je genetische variatie. En als fokkers in een populatie dat maar blijven doen, hou je te weinig variatie over. Genetische variatie is nodig om gezond te blijven.
Daarbij komt dan ook nog dat van iedere generatie honden er maar heel weinig zich mogen voortplanten. Dan praat je over 10% of soms zelfs minder die zich mag voortplanten. Vaak zijn dat ook nog eens de honden/katten uit dezelfde showlijnen/catteries. Zo krijg je een stapeleffect in het verlies aan genetische variatie.
Ook bij een groot ras als bijvoorbeeld de labrador hoef je bij de meeste honden niet zo heel ver terug te gaan op de stamboom, om dezelfde voorouders te vinden. Vrijwel alle labradors zijn in de verte familie van elkaar. En dat betekent dus: ze zijn gedeeltelijk homozygoot. Die homozygotie moet je niet gaan vergroten, die moet eigenlijk juist minder worden om een gezonde populatie te houden.
Daarnaast geldt dat dubbelen op genen een groter risico geeft dat er verborgen foute genen gedubbeld worden. Dan krijg je pups waarin die recessieve aandoeningen zichtbaar worden.
Je moet dus eigenlijk zo veel mogelijk fokken met onverwante dieren c.q. een zo laag mogelijk inteeltpercentage om het ras ook voor te toekomst te behouden.
Lijnteelt of afgezwakte inteelt is nou juist één van de grote boosdoeners bij de slechte gezondheid van rashonden/katten. Door veel te dubbelen op een voorouder, verklein je steeds maar weer de genetische variatie in je ras. Als vader en moeder familie van elkaar zijn, hebben ze immers voor een deel dezelfde genen. Die komen dubbel in de pups terecht. De pups zijn dus homozygoot voor die genen. Zo verlies je genetische variatie. En als fokkers in een populatie dat maar blijven doen, hou je te weinig variatie over. Genetische variatie is nodig om gezond te blijven.
Daarbij komt dan ook nog dat van iedere generatie honden er maar heel weinig zich mogen voortplanten. Dan praat je over 10% of soms zelfs minder die zich mag voortplanten. Vaak zijn dat ook nog eens de honden/katten uit dezelfde showlijnen/catteries. Zo krijg je een stapeleffect in het verlies aan genetische variatie.
Ook bij een groot ras als bijvoorbeeld de labrador hoef je bij de meeste honden niet zo heel ver terug te gaan op de stamboom, om dezelfde voorouders te vinden. Vrijwel alle labradors zijn in de verte familie van elkaar. En dat betekent dus: ze zijn gedeeltelijk homozygoot. Die homozygotie moet je niet gaan vergroten, die moet eigenlijk juist minder worden om een gezonde populatie te houden.
Daarnaast geldt dat dubbelen op genen een groter risico geeft dat er verborgen foute genen gedubbeld worden. Dan krijg je pups waarin die recessieve aandoeningen zichtbaar worden.
Je moet dus eigenlijk zo veel mogelijk fokken met onverwante dieren c.q. een zo laag mogelijk inteeltpercentage om het ras ook voor te toekomst te behouden.